Jeanne de Preter

resident Bosacademie

Jeanne is een van de laatste zomerresidenten in de exporuimte. Ze toont nieuw werk tijdens Vruchtbare Grond vanaf 19 september.

Wie zijn je grootste artistieke invloeden?

De mensen die ik ontmoet onderweg, op het openbaar vervoer en in de openbare ruimte. Gezamelijke NMBS-woede die eindigt in absurde verhalen. Elisabeth Roggeman, mijn water en licht; betekenisgever. Je zou ons een collectief kunnen noemen, maar ik denk dat we beiden niet zo graag namen plakken op dingen. Wij hebben sowieso een (beeld)band. Als ik een interview zou hebben met De Witte Raaf: de dieptes, luiken en deuren van Jef Geys, het vormgebruik/spel van Paul Ibou, de video's van Anne-Mie Van Kerckhoven, het licht en de details in het werk van Caravaggio, de negatiefbeelden van Joris Ghekiere, het magisch realisme van Gabriel García Márquez, het beeldend filosoferen van Patricia de Martelaere en de ramen en het vervaagd realisme van Gerhard Richter hebben ook een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van mijn oeuvre. Ik ben eigenlijk niet zo goed in het lezen, noch in het beknopt of helder beantwoorden van de vraag. Dit is dus een antwoord op de vraag.

Wat zijn je grootste artistieke invloeden geworden.

Maar er zijn zoveel Jeffen of Jef’s op deze wereld. De naam maakt dus eigenlijk niet zoveel uit. En het sluit mensen uit, want wat als je Jef Geys niet kent?

Vertel ons meer over je favoriete medium.

Ik ben niet goed in keuzes maken. Al zie ik het liever als alle mogelijkheden zien. Misschien daarom dat ik, meestal toch en in vakterminologie, installaties bouw. Ik ga op zoek naar manieren om alles mobiel en beïnvloedbaar te maken. Misschien bouwen alle kunstenaars werelden, maar wat betekent het om een levende wereld te scheppen? Over afgebakende kamers heb ik controle, maar ik wil kamers bouwen die mensen betreden. Dat realiseerde ik me pas echt toen ik les begon te geven, en mijn artistieke opdrachten hun volle waarde kregen in de uitwerking van vele kinderhanden. De strikte scheiding tussen concept en uitwerking verdween. Ik hou sowieso niet van scheidingen, wel van verbindingen, connecties en gevolgen. Of heb ik nu 2 keer hetzelfde woord gebruikt? Maar al die aparte constructies bestaan toch niet alleen? Mensen mogen mijn werk zeker in een medium proberen duwen. Daarin zie ik geen probleem. Maar blijf met je poten van die snobistische houding af!

Hoe heeft je opleiding je geholpen in je carrière?

Mijn leerkracht MaxMSP (waarvan ik de naam ben vergeten) tijdens mijn semester in Genève heeft me leren werken met Max, een grafische 3D-ontwerpomgeving. Dankzij hem kan ik nu met trots zeggen dat ik een 3D-nerd ben. Een nerd was ik al. Ik merk dat deze digitale skills me erg vooruit helpen in de artistieke wereld. Head Genève is, als Zwitserse school, niet verrassend, een rijke school. De leerkrachten en faciliteiten zijn dus niet te vergelijken met die van het onderwijs in Belgïe. Je kan veel zeggen over Zwitserland, maar niet dat ze niet investeren in onderwijs.
En verder heeft mijn opleiding me niet echt geholpen. Wel heel boos gemaakt. Ik had altijd uitstekende punten, tot ik plots gebuisd was voor mijn bachelorexpo. Ik zou kinderlijke kunst maken, terwijl ik die kinderlijkheid in felle kleuren en speelgoedobjecten net opzocht, om de openheid en verfrissing van kinderogen te vinden. Ik ben in beroep gegaan en heb toen een herkansing gekregen. De leerkrachten hebben me na de herkansing opnieuw gebuisd, maar de school heeft me na mijn beroepsbrief gelijk gegeven. Sindsdien maak ik gewoon wat ik wil. Ik ben er nog steeds van overtuigd dat die beroepsbrief mijn beste werk is tot nu toe. Ik ben weer wat uitgeweken van de oorspronkelijke vraag. Laten we uit de voorgaande uiteenzetting dan concluderen dat ik me sinds deze traumatiserende gebeurtenis heb afgezet tegen het kunstonderwijs. Mijn galleriecarrière staat momenteel op een laag pitje. Mijn carrière in de muziekwereld door mijn 3D-skills wel, euh zoals mijn kleine zusje zou zeggen, ‘chill’.