Interview met Lotte Boonstra
uit het archief: Mensen Dragen Dingen
Van 2 tot 18 januari 2019 kwam Lotte Boonstra werken aan 'Mensen Dragen Dingen'. Lotte Boonstra (1989) is kostuumontwerper en beeldend kunstenaar. In 2017 maakte ze haar afstudeervoorstelling Vreemde Vogels op het kruispunt voor Het Bos. Als kostuumontwerper werkte Lotte o.a. voor Compagnie de Kolifokkers, Inne Goris en Het Kwartier. Haar autonome werk begeeft zich op het grensvlak tussen theater, beeldende kunst en kostuumontwerp. Ze werkt zowel voor theater als in de openbare ruimte.
Dit interview werd gepubliceerd in onze voorjaarsbrochure van 2019.
Kan je wat vertellen over je werk?
Aan de ene kant werk ik voor theatergezelschappen, ontwerp ik de kostuums die gebruikt worden in een voorstelling. Aan de andere kant heb ik mijn eigen projecten, en die zijn moeilijk in een hokje te plaatsen. Ik vertrek vanuit een fascinatie/obsessie voor een fenomeen als kleur of de handeling van het menselijke dragen en dat pluis ik op verschillende manieren uit. Kostuum komt altijd terug. Alleen zie ik kostuum niet enkel als een kledingstuk dat iemand aan heeft, maar ook als een vorm of object dat zich op een bepaalde manier verhoudt ten opzichte van het lichaam.
In mijn afstudeerproject dat ik in Het Bos heb gepresenteerd, heb ik gewerkt rond kleur. Nu werk ik rond het fenomeen dragen. Mijn projecten hebben veel verschillende resultaten. Zo heb ik een reeks foto’s van wat door mensen op straat wordt gedragen, maar ook een performance waarin mensen op specifieke manieren dingen dragen. Ik denk wel dat je kan zeggen dat mijn werk groots en beeldend is, met soms een randje absurdisme.
Je werkt dus toe naar het blootleggen van bepaalde fenomenen?
Nou dat ontstaat eigenlijk meer uit een soort persoonlijke fascinatie, eerder een soort obsessie om te begrijpen hoe iets werkt. Ik kan vaak gewoon niet stoppen met een onderwerp te ontleden, erover na te denken en het te onderzoeken. Het is niet met voorbedachte raden dat ik een archief heb aangelegd met foto’s van mensen die dragen op straat. Maar ik kan gewoon niet stoppen met dat te fotograferen. Bij mijn werk met kleuren heb ik heel lang gekeken naar vogels, omdat zij vaak hele mooie kleuren hebben. En toen kwam ik erachter dat het licht tussen de veren valt, en dat heb ik later verwerkt in mijn kostuums. Dat blootleggen is dus eerder een fascinatie dan het product dat ik wil maken.
De resultaten van je onderzoek als beeldend kunstenaar voeden op die manier je werk als kostuumontwerper?
Jazeker, ik denk ook dat ik het beeldend werk nodig heb om mijn werk als kostuumontwerper beter te maken. Als kostuumontwerper krijg je vaak te maken met een vraag van een andere maker waarbij je veel rekening moet houden met wat de voorstelling nodig heeft. Als kostuumontwerper werk ik ondersteunend aan een voorstelling, terwijl in mijn eigen werk veel meer vrijheid zit waardoor het resultaat ook vaak grootser en robuuster is. Idealiter groeien die twee langzaam naar elkaar toe.
Hoe verhouden ze zich tot elkaar?
Als ik voor theater werk geef ik veel vrijheid aan de spelers. Ik breng veel dingen mee en ik laat hen dingen aantrekken, waardoor zij een eerste schets maken waarop ik voortborduur. Bij mijn beeldende werk komt alles vanuit mijzelf. In het theater heb je soms te maken met personages die je niet elk willekeurig kostuum kan laten aantrekken. Ik kan niet zomaar iedereen in een grote gekleurde bol laten rondlopen. Sommige voorstellingen vragen daar ook niet om, of het past niet bij de visie van de andere makers. Ik wil werk ontwikkelen waarbij het performatieve vertrekt vanuit het visuele, waarin kostuum het uitgangspunt wordt en niet louter in dienst staat van een verhaal.
Wat zijn je plannen in Het Bos?
In Het Bos wil ik een puur visueel onderzoek voeren. In het najaar heb ik gewerkt in de Broedplaats van Festival Cement in Den Bosch. Daar heb ik met performers onderzocht wat vormen en gewicht met het lichaam doen. Met objecten hebben we toen menselijke draagsculpturen gemaakt. Het was een onderzoek voor het maken van een performance maar we kwamen erachter dat het fotografisch heel sterk was. Daarom wil ik nu twee weken fotograferen en filmen, lichamen ten opzichte van objecten en vormen zetten en werken met materialen en texturen. Ik nodig muziekproducer Aniek de Rooij uit om met geluid te reageren op de beelden. Zo wil ik beeld en geluid aan elkaar koppelen. Beeld en geluid hebben iets heel intuïtiefs en kunnen je raken op dezelfde manier, ik wil onderzoeken hoe ze elkaar kunnen versterken. Werken in het Bos geeft veel vrijheid. Ik kan twee weken geconcentreerd doorwerken aan het maken van de beelden.
Het resultaat van het onderzoek was te zien op 17 en 18 januari 2019 in Het Bos.