Interview met Jan Matthé

achtergrond: Risotto boekvoorstelling 17 september

Van donderdag 17 t/m zondag 20 september stellen we het langverwachte RISOTTO boek aan u en de wereld voor. Deze publicatie met meer dan 50 verzamelde risografische werken van menig kunstenaar en bosaffilianten werd zoals het grootste deel van onze concertposters gedrukt door Jan Matthé van Risiko Press, mans drukatelier in Borgerhout (door hemzelve klinkend omgedoopt tot Borgeriso). Naar aanleiding van deze heuglijke publicatie bestookte bosmedewerker Joery Scheepers hem met een bombardement van gepaste vragen.

Hey Jan, laten we bij het begin beginnen! Het idee van ons Risotto boek is ontstaan middenin de lockdown. Hoe was die periode voor jou en wat voor invloed had het op je praktijk?

De laatste zondag voor de lockdown hebben Sis en ik onze nieuwe Stacks LP Our Body Memory live voorgesteld in Table Dance, een plaat waar we de afgelopen drie jaar aan werkten en waarmee we onder andere in Rusland zouden gaan spelen, dus dit was niet helemaal hoe we ons 2020 hadden voorgesteld. Gelukkig waren we al begonnen met het verzamelen van materiaal voor een volgende release, dus eigenlijk hebben we ons daar in het begin van de lockdown vanop afstand mee bezig gehouden, wat best aangenaam was. Ik werk sowieso voornamelijk van thuis uit en bepaal meestal zelf wat ik met m’n tijd doe, dus in zekere zin was deze periode niet zo heel anders dan normaal. Wat ik het hardst gemist heb is de toevalligheid van ontmoetingen die je in de stad kan hebben en hoe een dag of avond daardoor kan verschuiven tot een situatie die je niet gauw hebt als je moet afspreken of je aan regels houden. Verder druk ik tijdens de zomer doorgaans amper dingen voor andere mensen, omdat de meeste plekken gesloten zijn en iedereen met vakantie. Dat is dit jaar niet zo. Het afwerken van Risiko Press boekjes, waarvan er een paar eigenlijk al een hele tijd min of meer klaar zijn, gaat even traag als daarvoor, wat een geruststelling is. In het algemeen ben ik niet tegen je tijd nemen voor dingen, maar ik denk ook dat communities belangrijk zijn en dat we nu misschien soms wat teveel in de rol van toeschouwer (of eenzaat) geduwd worden door de verplichte afstand?

Je hebt ontelbare posters gedrukt voor ons, hoe ben je voor het eerst in contact gekomen met een risoprinter en hoe ben je er zelf mee begonnen?

Ik kende risodrukwerk voornamelijk van Dennis zijn vroegere Ultra Eczema releases en een paar Rotkop magazines die bij Extrapool in Nijmegen waren gemaakt, maar ik had zo’n machine persoonlijk nog nooit van dichtbij gezien toen ik er tweedehands één kocht van het OCMW van Hasselt in 2011, dus dat was zeker een gok. Bij de collega’s van Afreux hadden ze er één staan, maar online was er in die tijd relatief weinig informatie te vinden, wat tegenwoordig anders is, dus ik had in het begin geen flauw idee hoe het apparaat juist functioneerde. De eerste dingen die ik drukte waren posters en flyers voor Gunther, een ruimte in het mislukte winkelcentrum aan de Oudaan die Dennis en Vaast toen net geopend hadden. Kort daarna ben ik er mijn eigen boekjes mee beginnen maken, wat ik daarvoor deed met een oude kopieermachine die ik ergens in de wandelgangen gevonden had. Ondertussen druk ik voor iedereen die de weg naar hier vindt, wat best een mooie collectie goed volk is.

file

foto's productieproces Risotto

Kan je wat meer uitleg geven over risografie? Hoe onderscheidt de techniek zich van andere druktechnieken?

De riso is een digitale duplicator die eind jaren ’80 door de Japanse Riso Kagaku Corporation ontwikkeld werd als een soort van volautomatisch antwoord op de handmatige stencilmachines van Gestettner die in scholen, bureau’s en kerkgemeenschappen tot dan toe veel gebruikt werden. De techniek ligt ergens tussen zeefdruk en offset, maar is simpeler en goedkoper dan beiden omdat er minder handenarbeid bij zowel het maken van een master als het drukken zelf komt kijken. De machine ziet eruit als een stevige kopieermachine, eerder onsexy, maar als ze in vorm is draait ze genadeloos en zonder morren vlotte toeren. Een thermische kop brandt de afbeelding of tekst in een rijstpapieren mastervel dat vervolgens rond een drum wordt getrokken. Elke kleur heeft zijn eigen drum, het assortiment wordt door Riso bepaald. Bij het drukken wordt de inkt door de gebrande gaatjes geperst, terwijl de drumcilinder aan hoge snelheid roteert en zo afdrukken maakt op het papier dat door rubberen rolletjes en riemen van links naar rechts door de machine getransporteerd wordt. Mijn riso drukt één kleur per keer (er bestaan types met twee drums) en de inkt heeft een soja-basis, wat o.a. milieuvriendelijk is omdat er geen warmte nodig is voor de droging. Doordat de inkt transparant is, ontstaan er mooie combinaties bij overlapping. De riso kan enkel op uncoated papier drukken en niet groter dan een ruim a3-vel (hoewel er recent een a2-versie op de markt is), dat zijn de beperkingen. Voor elke laag die je drukt moet het papier er opnieuw door, wat ervoor zorgt dat de verschillende lagen niet altijd perfect overeenkomen; een charme volgens velen, een veelbesproken frustratie onder drukkers. Omdat de inkt slechts traag droogt, zijn er dikwijls sporen van de rubberen rolletjes te zien als er meerdere lagen gedrukt worden. Die kan je gelukkig relatief gemakkelijk weggommen, als je dat al zou willen. Er zijn momenten dat de Riso er geen zin in heeft, dan moet je de dag nadien nog eens proberen. Als het regent, is drukken ook moeilijker.

file

foto's productieproces Risotto

Je werkt, zoals je al aangaf, aan veel verschillende projecten. Is er een gemeenschappelijke deler in aanpak, of spreekt juist het contrast en het switchen van bijvoorbeeld muziek naar Riso je aan?

De variatie is gewild, ja. Het is een afwisseling tussen solitair en in samenwerking, op eigen initiatief en in opdracht, handen en hoofd, oren en ogen. En de verrassing dat er elke dag opnieuw weer iets of iemand een beetje harder kan roepen, waardoor de rest naar de tijdelijke maar eigenlijk altijd aanwezige achtergrond verdwijnt.

Naast je activiteiten als drukker geef je zelf dingen uit onder de naam Risiko Press. Opnieuw valt hier de variatie op; mixtapes, muziek, naslagwerk, poëzie… Kan je spreken van een rode draad, of is het eerder een gevoelsmatig proces dat de samenstelling van je catalogus bepaalt? Zijn er bepaalde favoriete releases?

In 2011 begon ik onder de naam Für Dich Verlag dingen uit te brengen. De eerste release was Katalog 1, een gekopieerde verzameling van alle “dedications” uit de boeken in mijn eigen bibliotheek en het vertrekpunt van de uitgeverij, zowel qua idee als qua vorm. De andere uitgaves die op een eerste event werden gepresenteerd toen waren twee tapes met mijn eigen Musik Für Gotteskinder (melancholische slaapmuziek ter ere van de geboorte en de eerste verjaardag van petekind Liv) en Ein Grosses Hallöchen van Tina Schott, een schier eindeloze verzameling zwaaiende mensen als een soort van intieme enscenering van een geschiedenis, de documentatie van een tentoonstelling van haar. Ik denk dus dat de variatie er vanaf het begin in heeft gezeten. Er is geen bewuste rode draad, naast de mixtapes is het tegenwoordig voornamelijk poëzie of textueel werk. De meeste dingen zijn van mezelf of goeie vrienden, en als het dingen zijn van anderen, is het dikwijls materiaal dat niet in eerste instantie als boek gedacht was maar waarvan ik vond dat dat wel het geval zou kunnen of moeten zijn. Een paar favorieten zijn de drie Yugo mixtapes van Miaux, Jóhanna Kristbjörg Sigurðardóttir’s Many Times We See and Many Times We See Again, Sis Matthé zijn persoonlijk geraakt (heruitgebracht door Het Balanseer en onlangs genomineerd voor De Debuutprijs) en About Books, een blik in de interne keuken die ook een gedicht en een geheugensteuntje is. Maar er is eigenlijk niks waar ik niet nog achter kan staan of waar ik niks op aan te merken heb, wat een goede reden is om verder te doen denk ik.

In 2015 heb je tijdens ons Brigade festival in residentie gezeten in Het Bos, je drukt veel van onze posters en nu deze publicatie. Zie je in de toekomst nog andere samenwerkingsvormen met ons?

Ik heb tijdens die residentie voornamelijk Colin Matthes geholpen bij het maken van een publicatie bij zijn tentoonstelling. Zelf werkte ik Prompter af, een boekje waar ik tijdens een riso-residentie in Chicago aan was begonnen, een soort van dagboek en ook een leidraad om te wandelen op ijs. Ik dacht indertijd dat het een goed idee zou zijn om een permanent riso-atelier in Het Bos te installeren, om op die manier residenten of passanten bij te kunnen staan bij het maken van drukwerk en terwijl mijn eigen projecten van daaruit verder te zetten. Maar omdat ik dat jaar in Stockholm woonde, is het er nooit van gekomen. Ik denk dat Het Bos toen liever de ruimtes zo multi-inzetbaar mogelijk wilde houden, maar misschien was ik bij gebrek aan permanente verblijfplaats ook gewoon op zoek naar een plek om alles te parkeren. Nu vind ik het goed dat ik een lossere speler ben die kan kiezen wat hij wel of niet doet, en dat mijn atelier gewoon hier thuis is in Borgerhout. Daardoor kan ik gemakkelijker dingen uitproberen wanneer ik het wil, of zelf kiezen welke projecten buitenshuis interessant zijn.

Je bent ook een begenadigde DJ, die bij ons al vaak voor sfeer heeft gezorgd. Daarnaast heb je intensief getourd met o.a. White Circle Crime Club. Wat betekent muziek voor jou? Waar heb je zoal naar geluisterd tijdens het drukken van ons boek?

Muziek is heel belangrijk, ja. Staat altijd op en wordt steeds weer gezocht, verzameld, gevonden of gemaakt. Ik denk dat mijn mixen een goed idee geven van de soundtrack des huizes? Ik ga vanaf nu tot het einde van het jaar een maandelijkse radioshow doen voor We Are Various , dus daarin zal ook veel terechtkomen van wat ik hier zelf luister, veronderstel ik.

Zullen we afsluiten met de toekomst? Wat staat er allemaal op je agenda voor de komende periode en waar zou je in 2020 nog graag aan werken?

Ik zou graag een paar eigen publicaties afwerken en een boekje van Stine Sampers en één van Stéphane Schraenen. Die zijn allebei zo goed als klaar. Ik zou ze willen presenteren in mijn eigen atelier, die vanaf dan ook een plek zal worden voor boekvoorstellingen van andere mensen. Een Stacks-plaat afwerken zou goed zijn. Lekker drinken en eten. Heel dicht bij veel andere mensen in een te kleine ruimte naar luide, dansbare muziek luisteren?