Interview met Adel Setta & Karen Cosemans
achtergrond: CONNECT
Connect is een professioneel beeldend kunstproject van Boslabs voor, door en met jongeren waarbij de frisse kruisbestuiving tussen makers, jongeren, kunstenorganisaties en plekken in de stad de middelpuntvliedende kracht zijn.
Kunstenaar Adel Setta maakt deel uit van los-vast collectief Loods des Doods, dat in een nabij verleden nog te gast in Het Bos was. Adel is zowel uitvoerend kunstenaar als curator en doet het graag met foto’s en toestellen. De komende maanden woont Adel in Het Bos om met Het Bos en vooral Boslabs te spelen. Zo ontwikkelen ze samen de magazinereeks Out of Focus (Oof) dat (smartphone-)fotografie behapbaar wil maken voor An en alleman.
Wij gingen eens luisteren bij Karen Cosemans, de bezielster van Boslabs en Adel voor wat meer tekst en uitleg bij hun plannen.
Karen, Connect is de nieuwe overkoepelende naam voor een concept dat eigenlijk al bestond. Vertel eens!
K: Met Boslabs werkten we al eerder langdurig samen met beeldende kunstenaars zoals onder andere Klaas Rommelaere. We hebben nu extra middelen gezocht om dit concept op een duurzame manier voort te zetten en geven het bij deze de naam 'CONNECT'. Vorig jaar was er De Waarde Der Dingen, een project rond Jaap Kruithof in samenwerking met kunstenaars Nico Dockx en Fleur de Roeck. Voor komend half jaar hebben we Adel Setta uitgenodigd om een artistiek traject voor de jongeren uit te stippelen rond fotografie. Volgende week beginnen we met een take-away pakket en verder plannen we wandelingen met opdrachten en organiseren we binnenkort hopelijk ook workshops en toonmomenten waarbij de jongeren effectief fysiek aanwezig kunnen zijn en hun hormonale lijfhonger kunnen stillen.
Nodigen jullie de kunstenaar puur in functie van de workshops en het artistiek experiment met de jongeren van Boslabs uit of focust die ook op eigen, nieuw werk?
K: Het staat echt volledig in functie van het werk met de jongeren van Boslabs.
A: Ik ben iemand die heel snel getriggerd word, dus ik zal sowieso geïnspireerd worden door de interactie met de jongeren. Maar het is voor mij niet de bedoeling om hier zelf nieuw werk te creëren. Ik wil de beginselen van fotografie uitleggen aan de jongeren. En ik wil ze op weg helpen om diepgang in hun beelden te brengen. Normaal zouden we nu van start gaan met workshops en sets beginnen opbouwen, maar dat vervangen we noodzakelijkerwijs door straatfotografie-wandelingen. We hebben al een doe-magazine klaar rond fotografie dat we volgende week gaan weggeven in een take-away pakket met opdrachten, kleurfilters, een masker en knutselkits. We focussen ons op smartphone-fotografie omdat dit veel toegankelijker is. En als een jongere zelf geen gsm heeft, is er normaal gezien wel iemand in hun omgeving die er wél een heeft.
Vervolgens vragen we aan de jongeren om hun resultaten in te sturen. Die gaan we dan bundelen in een expo waarbij de persoonlijke blik op de leefwereld van deze jongeren wordt weergegeven en die het publiek inkijk geeft in de artistieke evolutie die van de jongmensen.
K: Adel heeft ook een hele mooie titel verzonnen, vind ik.
A: (lacht) De titel van het magazine wordt OoF, wat staat voor out of focus. Ik vind het namelijk niet belangrijk dat beelden scherp zijn. Het gaat niet over het perfecte plaatje, maar over de zoektocht en affiniteit kweken voor het medium. Buiten een selfie nemen en foto's nemen van wat bomen ofzo, is er wel meer te doen met fotografie.
K: Ook in deze tijden vind ik de titel goed passen. Out of Focus is momenteel geen slechte levenshouding!
A: Ik vond OoF (spreek uit: oef) eigenlijk gewoon ook leuk om te zeggen (lacht).
Adel, jij hebt in 2019 een reis gemaakt naar Egypte, jouw vaders vaderland en hebt daar het dagelijkse leven in beeld gebracht. Het resultaat, Nawrt Misr (een Egypytische begroeting die zich letterlijk vertaalt naar ‘je brengt het licht weer naar Egypte’) is een reeks beelden die meer onder de noemer documentaire-fotografie valt, maar je bent ook heel bedreven in geënsceneerde en meer gestileerde beelden. Ga je voor dit project met de jongeren focussen op een bepaalde stijl focussen?
A: Neen, de focus gaat op experiment liggen. Nawrt Misr was een heel persoonlijke documentaire, wat ik in de toekomst zeker nog ga doen. Al word ik hier in België minder getriggerd om met documentaire-fotografie bezig te zijn. Misschien maak ik wel eens een reeks rond het Sint-Jansplein, waar je toch een bijzondere mengelmoes van outsiders treft. Ik hou wel van wat ik gekkies noem, mensen die er wat anders uitzien en zich niets aantrekken van wat de wereld van hen denkt. Ik kan wel geïntrigeerd raken door zo’n figuren. Er naast gaan zitten, een babbeltje beginnen en dan een portret maken. Dat kan misschien nog een opdracht worden voor de jongeren; ontmoet een onbekende en neem een portret (lacht).
Ik denk dat ik in de eerste plaats de jongeren uit hun schulp wil lokken om persoonlijkere dingen in beeld te durven brengen. Ik kan natuurlijk niet voorspellen hoe de jongeren hierop gaan reageren en wat voor beelden ze gaan maken. Het kan zijn dat iemand heel open is en zichzelf makkelijk blootlegt, maar iemand kan evengoed heel gesloten zijn en daarom specifiek voor een ander soort beelden gaan kiezen. Het wordt de dunne lijn bewandelen tussen de persoonlijkheden van de jongeren en het experiment.
Op een bepaald punt zou ik graag met de jongeren ook met tekst werken op de beelden. Door hen op de beelden te laten schrijven wat er in hen omging op het moment dat ze de foto maakten, bijvoorbeeld.
Dat doet me denken aan fotografe Bieke Depoortere haar project in Egypte, waarbij ze de geportretteerden hun commentaar over het beeld heeft laten schrijven.
A: Ik heb de expositie bezocht en heb haar boek thuis liggen. Dit was inderdaad een inspiratiebron voor mij.
K: Het is een interessant gegeven om de link te leggen tussen de blik van de fotograaf en die van de geportretteerde.
A: Bieke Depoortere haar uitgangspunt was dat ze niet wist hoe ze als blanke vrouw zou gedijen in het Midden-Oosten. Ze had een tolk mee en bleef bij mensen logeren om dan een intiem portret vast te kunnen leggen, wat moeilijk ligt in de Egyptische cultuur. Ze hebben een heel andere relatie met fotografie en beeldvorming dan wij. Toen ik m'n documentaire ging maken, was het een interessant gegeven dat ik met een Belgische moeder en een Egyptische vader, zowel hier als daar als half gezien wordt. Het was een interessante zoektocht naar hoe ver het beperkte Arabisch dat ik beheers mij zou brengen. Het was echt een heel leuke, zieke sprong in het diepe. Ik heb er de tijd van mijn leven gehad! Mijn plan was om elk jaar een documentairereeks te maken en vorig jaar zou dat Thailand zijn geweest, maar dat is dan om voor de hand liggende redenen niet doorgegaan.
Waarom Thailand?
A: Mijn vriendin is van Thailand en een illustratrice. Zij is bezig aan haar eerste graphic novel over een Thais-Europees meisje dat verdwaalt in Bangkok. We hadden het plan om samen daar samen een documentaire te maken en die beelden ook te gebruiken voor de graphic novel.
Dat plan is dus op de lange baan geschoven?
A: We hebben wel al een publisher en budget. Maar ook een deadline, dus het gaat nog hard werken worden.
Wat is Het Bos, misschien pre-corona dan, voor jou?
A: Ik hou van Het Bos. We worden hier altijd in de watten gelegd. We drinken hier graag pintjes en kopen onze koffie (Cordon Coffee, nvdr) hier. Er is een band gegroeid vanuit het de samenwerkingen met Loods Des Doods. Er zijn niet zoveel plekken als dit. KOP vzw en Het Bos zijn plaatsen waar ik thuiskom. Ik kan hier binnenwandelen en zal de de meeste mensen kennen. En als ik ze nog niet ken, kan ik er gewoon mee beginnen babbelen. Dat is de sfeer die hier wel hangt voor mij.
Dat is leuk om te horen.
K: Ik weet uiteraard goed waarom we jou hebben gekozen voor dit project, maar hoe voelt het voor jou om hieraan te beginnen?
A: Ik kijk enorm uit naar het traject dat ik voor Boslabs met de jongeren ga afleggen en hopelijk hun enthousiasme te voelen om ergens mee aan de slag te gaan. Ik hoop dat ze het interessant en leuk gaan vinden. En ik ben enorm benieuwd naar wat voor beelden er uit gaan komen. We hebben nu op amper twee weken tijd een super tof magazine met de losse pols uit onze mouw gezwierd.
Goed begin inderdaad!
A: We zitten hier nu twee weken en we hebben nog vijf maanden. We kunnen dus nog keiveel doen! (lacht)
K: Dit interview zou over een maand ook weer helemaal anders zijn.
A: Spring nog maar eens binnen over een paar weken. We gaan echt nog leuke dingen verzinnen. En als er echt niks mag, plakken we de beelden van de jongeren gewoon op de gevel.
Je zegt hard uit te kijken naar het groeiproces van de jongeren. Nu vraag ik me af, wat was jouw parcours eigenlijk?
A: Dat is een goeie vraag. Ik heb fotografie vier jaar geleden opnieuw opgepikt en na een jaar prullen, heeft dat plots een hoge vlucht genomen, heb ik de documentaire in Egypte gemaakt en ben ik resident geworden in het nieuw atelier van Loods Des Doods. Ik denk dat ik wel wat geluk heb gehad en onderweg veel goede connecties heb opgepikt. Daar probeer ik nu op verder te bouwen. Ik ben iemand die constant op zoek is naar verbetering en ben zelf nooit echt tevreden over mijn werk. Dat houdt me langs de ene kant soms tegen, maar langs de andere kant zorgt dat er wel voor dat ik toch probéér iets af te leveren waarover ik zelf tevreden zou kunnen zijn en mezelf steeds verder push.
Je legt de lat hoog.
A: Ik leg de lat belachelijk hoog voor mezelf. Als iemand me een compliment geeft, ben ik van 'Ja ja, is goed, I can't... just don't!' (lacht). Het is wel leuk dat andere mensen erkenning geven en appreciëren wat ik doe. En dat is ook een motivator, zeker in deze tijden. Maar ik ben ook nog niet klaar ofzo! Ik bekijk het allemaal als een proces en het proces dat ik hier met de jongeren wil op gang brengen is het experiment. Ik wil gewoon bezig zijn en dingen proberen die nog niemand gedaan heeft.
Merci voor je uitleg en we zullen nog eens catching up doen over een maand ofzo.
A: Dat is keigoed!