Interview met Floris Vanhoof
uit het archief: Polyhedra Environment
In november 2016 verbleef Floris Vanhoof twee weken in de theaterstudio van Het Bos. Daar broedde hij op enkele ideeën en maakte hij een blauwdruk voor wat hij, in mei 2017, onder de naam Polyhedra Environment tijdens het Delta~Wave festival presenteerde.
Onderstaand interview werd gepubliceerd in onze voorjaarsbrochure van 2017.
De bijgevoegde foto's werden genomen tijdens de presentatie van zijn Polyhedra Environment.
Floris Vanhoof is een gediplomeerd audiovisueel meester en overtuigd zoetekauw. In zijn werk gaat hij aan de slag met licht, geluid, projectie en alles wat daaruit voorkomt. Met een oprechte fascinatie voor vorm en kleur gaat Vanhoof geen enkel idee uit de weg en baant zijn werk zich een weg doorheen 16 mm projectors, zelfgemaakte instrumenten, installaties en performances.
Een duizendpoot zou geen duizend poten hebben als hij niet met duizend dingen tegelijk zou kunnen bezig zijn. Het toeval wil dat Vanhoof voorzien is van twee handen wat zo veel wil zeggen als dat hij minstens twee dingen deed in Het Bos.
Eén!
De laatste tijd maakte Floris meer tentoonstellingen dan platen en hij merkte dat de totstandkoming van een tentoonstelling net iets beter vlotte dan de afwerking van een plaat aangezien tentoonstellingen best klaar zijn op de opening. Van de weeromstuit kreeg Van Hoof het idee om in Het Bos een albumpresentatie te concipiëren als een tentoonstelling.
‘Ik wil een plaat afwerken en deze voorstellen in de theaterzaal van Het Bos en daarvoor wil ik een luidsprekerorkest samenstellen waarvan de luidsprekers allemaal verschillende geometrische vormen hebben.
Ken je het Acousmonium van GRM, Groupe de Recherches Musicales uit Parijs? Dat is een luidsprekerorkest van 80 luidsprekers waarmee mannen als François Bayle hun elektroakoestische muziek als een symfonisch orkest doen klinken. Dat idee spreekt me enorm aan. Elektronische muziek wordt meestal niet live uitgevoerd, maar doe je dat wel, door een luidsprekerorkest bijvoorbeeld, dan krijg je een klankdiffusie waardoor je het gevoel hebt dat de klank op dezelfde wijze op je afkomt als bij een symfonisch orkest.
Ik heb mijn muziek ooit eens mogen afspelen op het Acousmonium en dat geluid blijkt te reizen door de ruimte. Luidsprekers hebben namelijk allemaal verschillende dimensies; zo klinkt geluid soms harder door een grote luidspreker of hoger door een kleine.
Die kleine wijzigingen in de muziek gaan omgezet worden in de ruimte en dat is exact waar ik mee tracht te spelen.
Dat Acousmonium bestaat uit standaard luidsprekers, maar het grappige is dat die luidsprekers verschillende vormen hebben om zogezegd het meest optimale geluid voort te brengen. Het ziet ook gewoon goed uit.
Zo begon ik te brielen met kokosnoten en andere vruchten die een perfecte vorm hebben om zo een groot , wel ja, bos van luidsprekers te maken. Ik zeg bos omdat een tweede grote inspiratiebron voor dit plan David Tudor's Rainforest is. Tudors genereerde een klankenspel door luidsprekers op verschillende geluidsvoorwerpen te plaatsen waardoor deze meetrilden en de klank als het ware vertaalden naar hun eigen geluid.
In april ben ik daar trouwens mee aan de slag gegaan in LLS 387. Ik heb twee gongs laten praten in de installatie Talking Gongs en de gongs als het membraan van een luidspreker gebruikt. Ik plaatste de gongs in een ijzeren kubus en was verbaasd over het invloed van deze vorm op onze perceptie. Door de gongs te omkaderen klonk het geluid volledig anders dan wanneer ze gewoon in een boom zouden hangen.
Het samenspel tussen beeld en geluid is essentieel voor onze perceptie. Als je een concert zou bijwonen en niet naar de band zou kijken, ervaar je een totaal ander geluid dan de rest van het publiek.
Ik stootte in die periode op het boek The Attractive Universe van Evans G. Valens waarin aan de hand van ijshoorntjes de elliptische banen van planeten worden uitgelegd. Daar komen mijn nieuwsgierigheid naar de geometrische vorm van mijn gongs en mijn eindeloze fascinatie voor snoep samen.
De gongs en The Attractive Universe brachten mij dan weer tot een plooiboek om verschillende vormen te plooien en op die manier meetkunde of wiskunde weer behapbaar maken. Terwijl wiskunde in mijn schooltijd absoluut niet gelijk stond met gevoel of psychedelische ervaringen, weet ik nu dat wiskunde wel degelijk tot de verbeelding kan spreken... Ik moet echt nieuwsgierig genoeg zijn om ergens zo veel tijd in te steken.
In Het Bos test ik nu verschillende soorten materialen waar luidsprekers in gebouwd worden. Idealiter wordt er licht geprojecteerd op mijn geluidsorkest zodat het geluid van mijn plaat gedragen wordt door de lichtprojectie die dan op haar beurt weer gemoduleerd wordt door de geometrische vormen en verschillende materialen van de luidsprekers.'
Twee!
De hamerende filmprojector.
‘Zoals de meeste mensen was ik ooit tien jaar oud en ik ben er toen in geslaagd om op het Macintosh spelletje Sammy’s Science House een hamerende filmprojector te maken. Sindsdien heb ik dat altijd in het echt willen maken.’
Tweeduizendzeventien!
In mei 2017 nestelt Vanhoof zich terug in de theaterzaal om zijn luidsprekerorkest en hamerprojector te finaliseren of te optimaliseren.
‘De uitvoering van mijn, hopelijk afgewerkte, plaat door het luidsprekerorkest is slechts een onderdeel van het Delta~Wave festival dat in mei 2017 doorgaat in Het Bos. Zo ben ik ben al geruime tijd bezig met een film over snoep. Snoep is gemaakt om te verleiden met hun vormen en kleuren. Als ik snoep aan snoep en film denk, denk ik vooral aan mensen als Jack Smith met zijn flamboyante persoonlijkheid en Lilian Schwartz die in haar films zo’n felle kleuren en ritmewisselingen gebruikt die bij mij een effect sorteren dat vergelijkbaar is met het effect van suiker op het menselijk brein.
Als ik aan eten en film denk, denk ik aan Otarkino. En kijk eens aan; Otark zit hier gewoon aan huis. Ik droom van een Otarkino met mijn snoepfilm waar het geserveerde eten dezelfde geometrische vorm heeft als enkele van mijn huisbereide luidsprekers, dus dat is een optie. Met David Edren en Johann Kauth stel ik daar rond een concertprogramma samen.’