Interview met Luc De Coster

achtergrond: De man achter onze pils

Toen een vijftal jaar geleden het lumineuze idee om enkel biologische drank te serveren aan iemands verlichte brein ontsproot, moest Het Bos op zoek naar een aanbod. Instinctief werd eerst naar een pils gezocht. Al even instinctief werd al snel voor Leireken Lager gekozen. De klassieke Romeinse decadentie wist reeds dat De gustibus non est distupandum, dus over smaak gaan we het hier niet hebben. Dat welles-nietesspelletje laten we maar al te graag over aan de sociale media.

Laten we even tijd en ruimte maken voor het verhaal achter de allereerste biologische Belgische pils Leireken Lager en, bij uitbreiding, producent Thylbert. Want ondanks het feit dat ze ver weg blijven van gladde marketingpraatjes, heeft het bedrijf wel degelijk een verhaal. Of voor de marketeers; een narrative.

Drijvende kracht achter Thylbert is Luc de Coster. In een vorig leven was deze sociale strijder landbouwkundig ingenieur die gefrustreerd jobhopte in zijn sector. Vandaag staat hij aan het hoofd van een eenmanszaak die een evenwicht zoekt tussen harde economische wetmatigheden, sociale tewerkstelling en antroposofie.

Wij vroegen hem de kleren van de steel en hoe die vork net aan het lijf zit.

Beste Luc,
Hoe, wat, waar, wanneer, waarom?

‘Na een gelukkige jeugd, waarin ik als spiritueel kind met engelbewaarders en Sinterklazen sprak en uiterst gefascineerd bloemen, vlinders en de levende natuur tout court aanschouwde,
ben ik begonnen met de studie landbouwkundig ingenieur. Al wou ik tuinbouwkundig ingenieur worden, maar dat bestond niet. Nu heet dat trouwens bio ingenieur.
Een van mijn eerste profs is mij altijd bijgebleven. Of toch een uitspraak van hem. Een die mij diep ontgoochelde en tegelijkertijd een heuse eye-opener was: “Over het leven weten wij niks”.

In 1983 ben ik afgestudeerd als landbouwkundig ingenieur en volgde ik een ABOS cursus om in de ontwikkelingshulp terecht te komen. Iets waar ik trouwens als kind al van droomde, maar waar toendertijd jammer genoeg geen werkgelegenheid was. Uit arren moede ben ik bij een landbouwmachine producerend bedrijf terecht gekomen. Dat was de eerste van vele jobs waar ik mijn draai niet kon vinden en ziek werd van het gesjoemel en wanpraktijken. Tussendoor kwam ik mijn toekomstige vrouw tegen die mijn passie voor ontwikkelingshulp en meer bepaald de verhuis naar een buitenland niet deelde en zat er voor mij niets anders op dan hier te blijven.’

Heilpedagogie en Kombucha

‘Ons eerste kind bleek ernstig mentaal gehandicapt. Dat kregen we te horen net toen we ons tweede kind verwachtten. Een ontzettend moeilijke periode diende zich aan en onze toenmalige thuishulp opperde het idee om onze eerste zoon Ivo, één dag per week buitenshuis te laten opvangen.
Via via kwamen we in contact met een gastgezin waar alles op zijn plooi viel. Onze Ivo kwam binnen en zette zich daar neer met een contentement van: ‘het is goed, hier wil ik zijn’. Hij kwam thuis.
De ouders van dat warme gezin stuurden hun kinderen bewust naar een Steinerschool. Zo ben ik in contact gekomen met de Antroposofie van Rudolf Steiner. Op een of andere manier ben ik toen ook thuisgekomen. Want hier wisten ze wél iets over het leven. Ik heb mij daar toen fanatiek op gestort. De antroposofie is een ontwikkelingsweg. Het is geen studie, je kan dat niet leren. In feite is het zelfs onleesbaar. Je leest dat om aan uzelf te werken. Zo heb ik de heilpedagogie (antroposofische pedagogiek gericht op kinderen met een beperking, nvdr) leren kennen.

Ik ben kort nadien zelf een heilpedagogisch project begonnen op vrijwillige basis. Via het persoonlijk assistentie budget ofte PAB dat we kregen konden we professionele hulpverleners weliswaar vergoeden, maar echt vooruit ging de geit niet.
Ik heb lang de hoop gekoesterd om een aantal mensen met dergelijk PAB samen te brengen en een coöperatief heilpedagogisch project te starten, maar die hoop bleek ijdel.

Ondertussen was ik door de ziekte van mijn moeder in contact gekomen met Kombucha, een eeuwenoude Russische drank die een heilzame werking werd toegedicht.
Ik was meteen geïntrigeerd en ben aan het experimenteren geslagen. Kombucha bracht mijn fascinatie voor levende natuur en spiritualiteit samen met mijn sociale ondernemingsdrang. Mijn eerste brouwsels bracht ik aan de man ten voordele van de Steinerschool waar mijn dochter destijds onderwezen werd. Maar al snel heb ik me volledig op Kombucha gestort. In eerste instantie om extra middelen te vinden voor ons heilpedagogisch project. Maar door omstandigheden is dat project een stille dood gestorven en ben ik mij gaan richten op sociale tewerkstelling. Mezelf buiten beschouwing gelaten, hebben er enkel mensen uit de arbeidszorg gewerkt. Meestal mensen met een autismespectrumstoornis, maar ook mensen uit de psychiatrie wiens problematiek ik niet ken. Ik hoef dat ook niet te weten. Ik beschouw hen als mensen, punt.’

Bier van een geheelonthouder

‘Ik ben met Leireken in contact gekomen doordat ik mijn Kombucha niet meer in mijn keuken kon blijven vullen als ik mijn aanbod evenredig wilde houden aan de vraag. In mijn zoektocht naar een loon-bottelaar, kwam ik in contact met Brouwerij Strubbe. Strubbe moest biogarantie betalen om mijn Kombucha te bottelen. En hoewel hij mij uit sympathie hielp, kostte de biogarantie hem meer dat het bottelen hem opbracht.
Strubbe stelde mij voor een biobier te brouwen waarna ik hem in contact bracht met bio-producenten en Strubbe niet veel later de eerste biobrouwer in België was.
Toen Leireken Lager op zoek was naar een brouwer, kwamen ze automatisch bij Strubbe terecht. Toen Leireken niet veel later naar een overnemer zocht en Strubbe dat niet zag zitten, heb ik het uiteindelijk overgenomen.

EN DAAROM KOM IK NU ELKE TWEE WEKEN NAAR HET BOS OM JULLIE VAN DUIZENDEN LITERS BIER TE VOORZIEN. Al blijft het mijn zorgenkindje. Vermits ik niets van bier ken en zelfs geen bier drink, weet ik niet goed hoe ik er mee om moet gaan. Eigenlijk heb ik dat vooral gedaan uit erkentelijkheid naar Strubbe, die toch een van de biobierpioniers van België is.
Al gebiedt de eerlijkheid mij te zeggen dat ik via Leireken meer Kombucha aan de man dacht te brengen. Het omgekeerde is echter gebeurd; mensen komen via mijn Kombucha in contact met Leireken.’

Wat nu?

Ik heb een bedrijf, terwijl ik oorspronkelijk een sociaal project wilde. Al stel ik mensen met een zogenaamde beperking te werk, het blijft een bedrijf.
Wij zijn echter geen beschutte werkplaats. Dat is een ander vakje. In België ontsnapt namelijk niemand aan een hokje. Zo is mijn zoon op tweejarige leeftijd voor 80% arbeidsongeschikt verklaard. Stel je voor.
Ofwel ben je volledig arbeidsongeschikt en zit je thuis onder staatszorg, of je bent geschikt voor bezigheidsactiviteiten als bijvoorbeeld kaarsen maken, of je komt in aanmerking voor arbeidsmatige activiteiten, of je komt in een beschutte werkplaats terecht, of je neemt deel aan een activeringstraject, of je bent werknemer op de arbeidsmarkt. Zo is onze arbeidsmarkt in feite opgedeeld. Zonder dat er mobiliteit tussen de verschillende vakjes mogelijk is. Wat redelijk schrijnend is als je in twee of geen vakjes past.
Het werk dat bij ons verricht wordt zijn arbeidsmatige activiteiten.

Zo wordt ik dagelijks geconfronteerd met alle sociale problemen rond handicap in de ruime zin van het woord. Tegenwoordig denk ik ook meer na over hoe ik mijn bedrijf moet overlaten, want voor mij is het duidelijk dat die sociale context moet behouden worden. Hoe zweverig het misschien ook klinkt, maar dat deel van het bedrijf is een ingrediënt van onze producten. Ik geloof daar fel in.’

Hiermee beschikt u over het verhaal achter de man en zijn bier. Het officiële gedeelte van het vraaggesprek eindigde hier, maar Luc hield niet op interessantigheden te spuien. Vandaar dat wij u de mogelijkheid verschaffen om zijn relaas hieronder geheel vrijblijvend verder te lezen.
En toen werd het interessant...

‘Wat mij nog blijft motiveren om met levende ingrediënten bezig te zijn, is dat ze bewustzijnsverhogend werken. Nuja, alcohol werkt weliswaar bewustzijnsverlagend, maar dat is niet onze corebusiness.
Tot 50 jaar geleden aten wij heel veel levende voeding, terwijl nu alles geraffineerd, gepasteuriseerd, verwerkt is. Wij eten alleen maar dode voeding. En wie dode voeding eet, ontwikkelt ook een dood denken. Vandaar ook ons heilige geloof in wetenschappelijk denken.
Ik vind echter dat wetenschappelijk denken dood denken is. Wetenschappers, ook artsen en biologen die toch verondersteld worden met het leven bezig te zijn, beperken zich tot dode materie. Zo weet de voedselinspectie ook niet wat ze met mij aan moeten. Overal moeten ze controleren dat toch zeker geen levende bacteriën kunnen worden aangetroffen, terwijl ik massaal levende bacteriën kweek.

De grootste degradatie van ons denken is voor mij het atheïsme. Wetenschappelijk gezien kan je het atheïsme wegbewijzen. Etienne Vermeersch zal ooit te boek staan als een van de grootste idioten van onze tijd. Alles wat hij ooit heeft beweert is trouwens ontkracht. Mét bewijzen, maar dat komt nooit aan bod. De media voeden het atheïsme. Het is een soort onaantastbaar status quo dat ons bijna verbiedt om nog te denken. We zijn allen opgevoed met een vooraanname en we mogen daar geen millimeter meer van afwijken of we worden weggezet als geestesgestoorde.

Darwin heeft trouwens erkend dat heel zijn evolutietheorie prewetenschappelijk denken is en aan het eind van zijn leven heeft hij zelfs gesteld dat zijn theorie ronduit fout is, maar dat verkiezen we niet te weten.

Ondertussen knoeien we maar verder.
40 jaar geleden heb ik het allemaal al eens gehoord en geloofd; dat we tegen het jaar 2000 door de robotisering maar twee dagen per week moesten gaan werken en dat alle ziektes uit de wereld zouden worden geholpen. Vandaag beweert men dat opnieuw. Spelen met genetica is echter niet onschuldig.

Als ik mezelf snij aan een mes, een daarop beslis alle messen uit mijn keuken te bannen omdat ze potentieel gevaarlijk zijn, begin dan maar eens te koken, hé! Ik ben overtuigd van wat Steiner ooit zei: ‘een ziekte is een noodzakelijke kracht die op de verkeerde plaats werkt’. Als men dus een ziekteoorzaak wegknipt uit het genetisch materiaal, knipt men een noodzakelijke kracht weg. De gevolgen kunnen dramatisch zijn, maar men is slechts gefocust op het wegnemen van een potentieel gevaar. En zo blijft men maar semi-wetenschappelijke nonsens verkopen.
Dat is een gevolg van doorgedreven specialisatie. Iedereen is zodanig gefixeerd op zijn eigen kleine kennisgebied en niemand houdt het overzicht.
Ik werd onlangs in het ziekenhuis opgenomen met hartklachten en kom op cardiologie terecht. Ik meld dat ik ook last had van migraine, waarop ze me antwoorden dat zulks neurologie is en dat zij als cardiologen dat niet gaan uitspitten.

Desalniettemin leven we in een zeer fascinerend tijdsgewricht. Op wetenschappelijk, economische, ecologisch,...op alle vlakken loopt de maatschappij vast. Ik kijk oprecht uit naar het moment waar het compleet vastloopt en ze willens nillens out of the box moeten gaan denken. Dat ze hun waarheden overboord moeten gooien of minstens herzien. Men kan twee dingen doen. De bom laten ontploffen en terug van nul beginnen of voorkomen dat de bom ontploft. Revolutie of evolutie. Al rest er voor een evolutie niet veel tijd meer.’

Hierna wijdt Luc nog uit over de geesteswetenschap Antroposofie van Rudolf Steiner en hoe deze meer wetenschappelijk is dan natuurwetenschap. Of over hoe Steiner reeds 80% van nieuwe hedendaagse bevindingen al heeft gepubliceerd. Zoals hij de gekke koeien ziekte al in 1918 heeft beschreven, zoals hoe hij al dertig jaar voor de wetenschappelijke consensus zei dat kometen grotendeels uit ijzer bestaan, zoals Steiner 100 jaar geleden al wist dat het hart geen pomp is, maar wordt aangedreven door de bloedstroom. Iets wat cardiologen nu schoorvoetend beginnen toe te geven.
En over hoe de natuurwetenschap maar een kwart van de realiteit bestudeert.
En.
En.
En...

Luc de Coster staat altijd open voor een babbel en levert veelal vrijdags in Het Bos. Aarzel niet om een gesprek met hem aan te knopen!